dinsdag 12 mei 2009

Het Antwoord op mijn Vragen

Luc De Vos kon het zo mooi verwoorden: "Ik zag je voor het eerst bij het zwembad met je moeder". Het was alsof hij over jou en mij zong, over die eerste keer tijdens de zomer in het nieuwe millenium.

De zon stond al laag aan de horizon en de meesten waren naar huis gegaan. Zomerse avonden in Vlaanderen zijn niet altijd zo warm als je je ze wenst te herinneren. Je stond je daar af te drogen, je moeder zeurde over de aanwezigheid van één of andere pummel die maar bleef plakken rond haar mooie lijf en je vader was al lang naar huis.

Mijn eerste reactie was eenvoudig: ik moest uitzoeken waar je woonde, wat je leuk vond, wat je lievelingseten was. Als ik die drie waardevolle stukjes informatie had, dan kon ik je ‘onverwacht’ tegen het lijf lopen, een aangename conversatie beginnen, je uitnodigen naar een leuk restaurant.

Ik wou dat ik een vlieg was, ik wou dat ik bij jou kon zijn op elk moment van de dag, ontdekken of je liever rode dan wel witte wijn drinkt, welke spelletjes je speelt, welke muziek er op je iPod staat. Als ik je daar zie wandelen met dat raadselachtige glimlachje op je gelaat, je ogen die de wereld aankijken en die handen die nonchalant over je borsten strelen – dan vraag ik me af waar je aan denkt. Wat zit er toch in die handtas, in dat kleine doosje, wat zit er in die pil?



In de bus zit ik achter haar, de geur van Pantène prikkelt mijn neus en doet me denken aan de Magnoliastraat in Gent. Herinneringen komen terug zoals in ‘Op Zoek naar de Verloren Tijd’ en ik vind het moeilijk me te concentreren. Ik hoor haar praten tegen haar moeder – waarom praat ze toch zo stil? Zo stil, zo stil…

Ik heb zoveel vragen, en zo weinig tijd. En als ik de antwoorden heb, dan zal ik veranderen. Ik zal andere kleren dragen, naar de kapper gaan, ik volg mijn nieuwe liefde en ik verander van gezicht. Ik zou alles voor haar doen, mijn wagen verkopen, vegetariër worden, Frans leren. Alles doe ik – voor haar.

Het plan is duidelijk nu, het lijkt zo eenvoudig terwijl ik je haar aanraak en je moeder haar klaagzang aanhoor. De bus rijdt door mijn straat en ik blijf zitten, ik wil weten waar je woont. Ik zal je volgen hoever je ook mag reizen, tot in Laken of Jette of zelfs Ninove.

Ze stappen uit en gaan een rijtjeshuis binnen. De naam op de bel klinkt exotisch, eroïsch, erotisch. Instituut Magnolia. Dit is een teken. Een teken dat mijn levensweg zonet een scherpe bocht heeft genomen. Maar ik volg het nieuwe licht, ik verander van gedachten, ik volg mijn nieuwe liefde, en ik verander van gezicht.


-FVDB- mei 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten