vrijdag 26 juni 2009

De toekomst is rooskleurig

Onlangs las ik een interessant boek over Sibilles, u weet wel die vrouwen in de klassieke oudheid die spontaan en ongevraagd de toekomst voorspelden. De bekendste waren waarschijnlijk die van Delphi. Een leuke anecdote komt van Herophile, één van de beroemdste Sibilles van Cumae. Lucius Tarquinius Superbus, beter bekend als Koning Tarquinius de Hoogmoedige, was de laatste koning van Rome en Herophile bood hem een hele reeks toekomstvoorspelling aan voor een prijs die beduidend hoger lag dan wat de koning wenste te betalen.

Herophile besloot toen een aantal voorspellingen te verbranden, en de overschot voor dezelfde prijs te verkopen. Tarquinus weigerde opnieuw. Daarop verbrandde zij bijna alle voorspellingen, en bood de laatste aan, nog steeds voor dezelfde prijs. Tarquinius was zo nieuwsgierig naar wat er overbleef, dat hij het hoge bedrag toch betaalde.

Ik vraag me soms af wat mijn leven nog allemaal te bieden heeft. Ik heb al zoveel bereikt, ben dolgelukkig en als het allemaal nu zou ophouden, dan zou ik tevreden kunnen terug kijken op mijn verleden. Ik beeld me soms in dat ik op mijn begrafenis boven mijn kist zweef, luister naar de lieve woorden van de aanwezigen. Klinkt dat morbide? Voor mij in elk geval niet.

Weet je wat, ik wil mijn toekomst niet kennen. Herophile de Sibille kan ze houden, ik ontdek alles zelf wel aan mijn eigen ritme.

Charlie's Angel Farah is nu een echte Engel

De ene beroemdheid na de andere sterft, en je vraagt je af wie er nù weer dood zal zijn als je de volgende keer het nieuws aanzet. Allemaal mensen die vóór hun tijd heengaan: Karel Van Miert, Michael Jackson, Yasmine en nu dus Farah Fawcett, natte droom van heel wat mannen die in de jaren '70 school liepen. Ik kende haar vooral van haar rol in The Six Million Dollar Man (waar ze haar echtgenote Lee Majors leerde kennen) en natuurlijk van dat fantastische eerste seizoen van Charlie's Angels, waar ze Jill Monroe gestalte gaf. En wat een bevallige gestalte!

In schril contrast met de rol van sexy privé-detective, staat misschien wel haar beste rol, die uit Extremeties waar ze een gemolesteerde vrouw speelt die wraak wil nemen. Een hard, sterk en vooral geloofwaardige portret van wat mensen kunnen doen als ze over de rand worden geduwd.

Of er nu 5, 10 of 12 miljoen posters van haar in rood badpak verkocht werden in 1976 is bijzaak, belangrijk blijft dat zij een rolmodel was en een icoon van de American Dream. Een droom die te snel eindigde.

De King of Pop is niet meer

Het was de afgelopen uren alsof alle beroemdheden besloten hadden om er het bijltje bij neer te leggen. Eerst Yasmine, toen Farah Fawcett en nu dus Michael Jackson. Alle drie personen die een druk, bewogen en dramatisch leven achter de rug hebben. Drie personen ook die veel te jong zijn weggegaan. Maar ook mensen die voor heel wat personen een rolmodel waren. Hun heengaan is dus extra pijnlijk voor de vele fans.

Michael Jackson heeft bij mij altijd gemengde gevoelens opgeroepen. Er wordt wel eens gezegd dat je van de doden niets dan goeds mag vertellen, maar daar doe ik niet aan mee. Ik kan bij een overlijden niet schrijven dat ik Michael de beste, grootste, liefste aller tijden vind, als ik een uurtje voor zijn dood het omgekeerde beweerde. Wat ik wel in alle eerlijkheid kan zeggen, is dat hij een uitermate boeiend personage was, een schitterend artiest, een fantastische performer en waarschijnlijk ook een erg onbegrepen persoonlijkheid.

Twee beelden blijven mij bij die deze dualiteit goed benadrukken. Aan de ene kant de stoere, mannelijke, viriele en zwarte zanger die keet schopte en van zich afbeet in de clip "Beat it". Aan de andere kant de witte, frêle, schuchtere, vrouwelijk/verwijfde schim die in een zuurstoftent zat met een paar kinderen en met een schil stemmetje verkondigde dat hij eigenlijk Peter Pan was.

Niet iedereen hield van Michael. Hij werd beschuldigd van pedofiele, als freak bestempeld door zijn vele huid- en andere transplantaties, als 'kitscherige popmuzikant' beschimpt door iedereen die meer wilde dan wat softe liedjes over hoe mooi de wereld wel kan zijn als we allemaal van elkaar hielden. De witte sokken op een te korte broek, de zichtbare aftakeling van zijn gezicht, het steeds witter worden, steeds blanker, steeds minder zwart van ziel en uitstraling. Als je twee foto's naast elkaar legt van toen hij 25 was en een recente, dan is het verschil schokkend. Dat dit twee keer dezelfde persoon is, gelooft nietmand die hem niet kent.

Even leek het alsof de geplaagde superster een come-back zou maken met een concertreeks van 50 en meer.

donderdag 25 juni 2009

Pleegde Yasmine zelfmoord?

Ik vernam zonet via de radio dat de Vlaamse zangeres/presentatrice Yasmine overleden is. 37 was ze, en vermoedelijk ging het om zelfmoord. Het was geen geheim dat ze na de breuk met haar vrouw (Marianne Dupon) zienderogen achteruit ging.

Ik heb Yasmine eigenlijk leren kennen als zangeres toen ze liedjes bracht van Leonard Cohen. Haar andere liedjes waren mijn ding niet, maar de professionele manier waarop ze haar carrière benaderde, sprak me wel aan. Ook als presentatrice kon ik haar waarderen en je kon de laatste tijd zien aan haar presentatiewerk dat ze toch onder de indruk was van de breuk met de winnares van het tweede seizoen van De Mol.

We zullen je missen, Yasmine

maandag 22 juni 2009

Wat is de Pledgebank of Beloftenbank?

Heb je al gehoord over de Pledgebank of Beloftenbank? Het is een initiatief in de geest van Pay It Forward waarbij er geprobeerd wordt om via een sneeuwbaleffect iets positiefs teweeg te brengen. In Engeland heeft de Beloftenbank al heel wat goede resultaten bereikt, zoals een drastische vermindering van het gebruik van plastic boodschappen of het oproepen om te gaan stemmen.

Het principe is eenvoudig: Iemand neemt het initiatief om iets te beloven, en zegt dat hij dit zal uitvoeren als een aantal mensen hetzelfde willen doen. Noem het positieve peer-pressure, of gewoon mensen warm maken voor een bepaald idee.
Ik leerde deze organisatie kennen via een belofte die een lid van BeWelcome maakte via de Beloftenbank. Hij zal een klein bedrag storten en posters ophangen...als minstens 20 personen hetzelfde doen. Een kleine moeite dus voor hem, maar als het werkt betekent het wel een wereld van verschil voor BeWelcome.

De organisatie achter het initiatief heet MySociety en heeft nog andere lovenswaardige initiatieven zoals het verstaanbaar maken voor "gewone burgers" van de complexe politieke situatie in Engeland, of het democratizeren van het internet.

vrijdag 19 juni 2009

Hetzelfde Probleem als Kimberly Vlaeminck


Ik heb hetzelfde probleem als Kimberly Vlaeminck, ik ging ook naar die tattoëerder in Kortrijk en ik vroeg drie kleine sterretjes op mijn linkerwang. Helaas ben ik in slaap gevallen, en spreek ik alleen maar een beetje Kortrijks...

Toen ik wakker werd had diene onnozelaar 56 sterretjes geplaatst!

wat moet ik nu doen!!!

donderdag 18 juni 2009

De mooiste vrouw van Vlaanderen

het artikel is verplaatst naar http://leraars.blogspot.com/2011/07/de-mooiste-vrouw-van-vlaanderen.html

Internationale Dag van de Schoonmaak

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd op Tenderfeelings op 18 juni 2006

18 juni is door ISS uitgeroepen als Internationale Dag van de Schoonmaak. Nu is schoonmaken iets wat ik grondig haat. Tenminste, als u schoonmaak definiëert als het grondig poetsen van elke millimeter oppervlak in het huis. Leg mij toch eens uit waarom het belangrijk is een vaas of een boek op te pakken en daaronder te gaan wrijven met een stofdoek ? Dat stof zit toch mooi onder dat boek, dat loopt toch niet weg ? Wat is de fascinatie van sommige personen van een bepaald geslacht met het kunnen eten van de vloer ? Ik bedoel, wanneer was de laatste keer dat u tegen uw partner zei :"kom schatje, laten we eens van de vloer eten want het is hier toch kraaknet, waarom hebben we nog borden nodig, laat ons in de wasbak lekker spaghetti eten".

Pas op, ik geef toe dat een huis proper moet zijn. Maar ik woon niet in een ziekenhuis, dus is het niet nodig alles te desinfecteren. Soms denk ik dat het een marketingvalstrik is : een huis is pas proper als u de volgende produkten hebt gebruikt : detergent, bleekwater, iets voor de ramen, iets voor email, nog een ander produkt voor inox en de swiffer niet vergeten : waar vroeger mensen een recycleerbare vod gebruikten, zijn het nu wegwerpdoekjes geworden. Hoe meer vuil, hoe meer afval.
En dan denk ik : laat dat vuil toch liggen, het is beter voor het milieu.
En u ? Hoe maakt u schoon ? Bent u een poetsmaniak of een sloddervos ? Een Mary Poppins of een vieze vent ?

dinsdag 16 juni 2009

Bloomsday

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd op 16 juni 2004, ter aanleiding van de 100ste verjaardag van Bloomsday.

16 June 2004 marks the 100th anniversary of "Bloomsday", the day celebrated by Irish author James Joyce in his controversial Dublin-set novel Ulysses.
The book has fascinated scholars and baffled readers for decades with its dense prose, obscure puns and allusions to the characters and events of Homer's epic Greek poem The Odyssey.

It has also outraged censors with its choice language and graphic descriptions of basic bodily functions.

However, for all its renown and notoriety, it is a book that few have read and even fewer comprehend.

And you ? have you ever started reading Ulysses ? I personally only came to page 150 of the English version, and page 354 of the new Dutch translation.

zaterdag 13 juni 2009

Monsterfiles op de Ring rond Antwerpen en Brussel

Ik zag net op het VRT Nieuws dat Touring Mobilis woedend was over de files op de ringwegen rond Brussel en Antwerpen zaterdag, die het gevolg zijn van wegwerkzaamheden op de Brusselse Ring in Drogenbos en op de E17 in Kruibeke. Eigen schuld, dikke bult, denk ik dan. Als je in je stomme reclamespotjes beweert dat wegenwerkers idioten zijn die smurfenstickers sparen en nooit naar school gegaan zijn, dan moet je niet verwachten dat ze de files kunnen oplossen.

Stomme reclame van Touring Mobilis

Ik erger me steeds vaker aan de stomme reclamespotjes op radio en televisie, maar wat "Touring Mobilis" nu presteert is toch echt wel beneden alle peil. Het is een reclamespot op de radio voor hun nieuwe dienst, waarbij files en flitsers gemeld kunnen worden.
Op zich een leuk initiatief, maar de manier waarop de dienst aan de man gebracht wordt, is van zo'n ongelooflijk laag niveau, dat ik me afvraag of ze daarvoor écht copywriters hebben betaald, of dat ze eerder op café tussen pot en pint even wat op een bierviltje geschreven hebben.

Voor al diegenen die nooit naar de radio luisteren is hier een voorbeeldje van dit soort "reclame".

"Touring Mobilis waarschuwt alle automobilisten op de E17 voor wegwerkzaamheden. Er wordt een nieuw wegdek gelegd door Kevin P. Kevin is Belgisch kampioen headbangen, heeft last van schilfertjes, en is al zat na twee pinten." - en dan de slogan : "Touring Mobilis, u komt alles te weten over de files...

Sorry, maar dit niveau is echt bedroevend. Het belachelijk maken van arbeiders die dag in dag uit op de autosnelweg werken om het wegdek te herstellen (wat door stomme Touring Mobilis-klanten kapot werd gereden) is voor mij een brug te ver.

Misschien zouden ze beter een spotje maken over de snelheidsduivels.
Hier alvast mijn examplaar, ze mogen het gratis gebruiken:

"Touring Mobilis waarschuwt voor een flitspaal op de E40. De laatste idioot die tegen 150 voorbij deze paal reed, heet Johan. Johan is 40, bedriegt zijn vrouw met de poetsvrouw en plast altijd op zijn vingers."

vrijdag 12 juni 2009

Ben jij ook zo Bang?

Ben jij ook bang van de boze wolf, ‘s avonds voor jouw deur ? Ik hoor hem soms krabben aan het raam, en dan wenste ik dat je bij me was. Als ik helemaal alleen thuis ben, dan voel ik me zo onveilig, zo onrustig. Elk geluid, iedere auto die voor de deur parkeert of gewoon de wind in de schoorsteenpijp, ik krijg er koude rillingen van. Ik weet nog een keer toen een paar jongens van de scouts op een zondagochtend grapjes uithaalden met mijn brievenbus. Ik hoorde plotseling dat typische geluid van de twee ijzeren lippen van mijn brievenbus, het weergalmde door het hele huis. Ik dacht even dat mijn hart een keer vergat te slaan, zo erg was ik geschrokken.

In groep hou ik me nog kranig, dan heb ik zelfs meestal de grote mond. Een echt haantje-de-voorste. Maar als ik alleen ben, dan krijg ik weer dat gevoel van verstikking, dan heb ik behoefte aan liefde en warmte en dialoog. Ben jij dan nooit eenzaam Cindy, zo zielig in je appartement met je olifantjes ? Heb jij nooit zin om eens een hele avond dicht bij een vriend te zitten, over honderden dingen praten zonder iets te zeggen, en dan in slaap te vallen met de zekerheid dat je geborgen bent, verborgen voor al het kwaad dat buiten door de straten van Mechelen kruipt ?

Toen ik je voor het eerst zag, in de supermarkt met je moeder, in de regen in St-Tropez, op de top van de Eiger, tijdens je proefles in de cursus journalistiek, dacht ik dat je waarschijnlijk een onbevreesd meisje was dat haar mannetje kon staan en helemaal alleen door de woestijn trok op zoek naar een spoor van een verdwenen beschaving. Eén oog gericht op het verleden, en ander op de toekomst. Geen tijd voor heden maar steeds op weg naar iets anders. Maar nu ben ik daar al niet zeker meer van. Zou het kunnen, dat er in die groene bolster wat anders zit dan plannen en beslissingen ? Verlangens en vergissingen misschien, of nog diepere dingen ? Ik vrees dat ik je niet zo goed ken, dat ik niet weet of je dat wil wat ik niet geven kan, dat ik weet dat jij niet wil wat ik zou willen dat je me kon geven, dat jij niet geeft wat ik zou willen weten, en dat ik wil geven wat jij nog niet weet.

Vind je het vreemd dat ik het soms warm en koud tegelijkertijd krijg ? Dat ik op mijn benen tril als ik deze brief tik ? Dat de dingen die ik denk nooit de dingen zijn die ik doe ? Dat ik zoveel vragen heb en jij al de antwoorden ? Misschien overval ik je wel met deze brief, schend ik je privacy en breek ik binnen in je beschermingswal. Misschien wil je niet dat de muren die je rondom jou hebt gebouwd ondoordachtzaam gesloopt worden door de eerste de beste indringer. Maar misschien heb je ergens een achterpoortje openstaan? Dan had ik graag het adres.

zaterdag 6 juni 2009

Anja

‘Dokter, mag ik u een persoonlijke vraag stellen ?’
Ik keek mijn patiënte argwanend aan en slaakte een onhoorbare zucht. Soms lijkt het wel of ik alleen maar nieuwsgierige patiënten heb. ‘Ja natuurlijk mevrouw De Rooij, wat wil u weten ?’
‘Hoe oud bent u eigenlijk ?’
‘Ik word volgende maand 30. Waarom vraagt u dat ?’
‘Nou, ik vroeg me af waarom een jonge man als u het beroep van dokter kiest. Ik bedoel, het is toch een enorme verantwoordelijkheid om mensen te genezen en zo’.
Ik glimlachte en haalde een vergeelde foto uit mijn la. ‘Die jongen daar, dat is mijn stiefbroer, en dat meisje heet Anja, de reden waarom ik dokter werd’.

Ik was 17 en nogal een losbol. Ik zat meer op het café dan op de schoolbanken en thuis was er altijd ruzie. Mijn vader en mijn stiefmoeder, Mia, konden na twee jaar huwelijk elkaars kop niet meer zien en er vloog geregeld een stuk servies door de woonkamer. Ik herinner me nog dat we thuis nooit familiefeestjes hadden bij gebrek aan voldoende borden en kopjes, zo erg ging het er soms aan toe. Ik wil niet natrappen of zo, maar perfecte ouders kon je ze bezwaarlijk noemen. Ik verdacht mijn vader ervan ergens een vriendinnetje te hebben, en mijn stiefmoeder kocht bijna elke dag een nieuw paar schoenen of een peperdure bontjas. Ik noemde haar dan ook liefkozend Imelda Marcos, maar dat leidde alleen maar tot nog zwaardere discussies. Eigenlijk kon ik alleen met Maarten opschieten, de zoon van Mia, mijn stiefbroer. Hij was een jaartje ouder, studeerde Binnenhuisarchitectuur in Mechelen en was zelden thuis. Ik kende mijn broer al vijf jaar, en tot mijn 18de verjaardag waren wij onafscheidelijke vrienden.

Toen mijn vader met Mia hertrouwde leek mijn wereld in te storten. Hij had niet alleen mijn moeder bedrogen en vernederd, maar haar ook nog eens vervangen door een platinablonde trut die het niet kon nalaten mij constant de les te spellen. Gelukkig nam Maarten het vaak voor mij op en gaf hij me het gevoel dat ik eindelijk een oudere broer had, iemand om naar op te kijken. Eigenlijk verschillen onze karakters enorm, maar dat belette ons niet om samen kattekwaad en erger uit te halen met onze ouders en met de leraars op school. Ik had m’n moeder verloren, maar een broer gewonnen. Voor Maarten was het trouwens ook een aanpassing, want hij had tot zijn 14de in een boerengat gewoond ergens in Limburg aan de Duitse grens. Vooral zijn zangerig accent zorgde voor pesterijen op onze school in de Parel van Brabant, maar ik nam het steeds voor hem op. Na een paar jaar dachten de meesten zelfs dat we natuurlijke broers waren.
De echtscheidingspapieren waren nauwelijks getekend of Maarten kwam samen met Mia bij ons logeren. Maarten sliep steeds bij mij op de kamer, en tante Mia bij vader. Wij wisten allebei verdomd goed wat die twee in hun slaapkamer deden, want het gekreun en gepiep drong door tot in onze kamer.

Toen Maarten ging studeren in Mechelen voelde ik me even verraden. Hij had een kamer gevonden in de buurt van het station, kwam nog maar zelden thuis en maakte heel veel vrienden. Als enig kind had ik nooit een echte reden gehad om jaloers te zijn, maar het gevoel dat ik toen kreeg maakte me misselijk. Elke keer als ik Maarten hoorde praten over zijn vrienden werd ik razend, en het groene monster van afgunst en jaloezie greep me keer op keer naar de keel. Ik heb altijd moeite gehad om vrienden te maken, en als reactie op Maartens afwezigheid begon ik te spijbelen en in Vilvoordse cafés rond te hangen. De mensen die ik daar leerde kennen, werden al snel mijn vrienden, lotgenoten op zoek naar de beste manier om een saaie schooldag door te komen. Ik kwam al snel in de problemen en ik zou nu waarschijnlijk ergens in een gevangenis of afkickcentrum zitten als ik Anja niet had ontmoet.

Ik zag haar voor tijdens een van de weinige lessen op het Atheneum waar ik echt in geïnteresseerd was: Geschiedenis. Je kon haar niet echt mooi noemen, althans niet in de klassieke betekenis van het woord, maar ze was zo ontwapenend naïef. Ik heb altijd een zwak gehad voor naïeve mensen, ik weet niet goed waarom. Misschien omdat ik ze zo gemakkelijk kan beetnemen, of omdat ze nooit verkeerde dingen zoeken achter doodgewone gebeurtenissen. Vaak had ik de indruk dat ik niet begrepen werd. Als ik bijvoorbeeld iemand een kaartje stuurde voor zijn of haar verjaardag, dan wisten die niet goed waarom ik dat deed. Terwijl ik gewoon vriendelijk wilde zijn en die persoon in kwestie alleen maar wilde feliciteren met een verjaardagskaart ! Maar Anja was zo niet, als ik haar wat vroeg of als ik op bezoek kwam, vond ze dat gewoon heel prettig en een beetje vanzelfsprekend. Het duurde niet lang of we begonnen elkaar op een min of meer regelmatige basis te zien. Ik ging wat vaker naar de les en zij kwam nu en dan bij ons thuis.

Ik herinner me nog die keer dat ze helemaal uit Vilvoorde door de stromende regen was gereden, en hoe ik haar toen als een bezetene ben beginnen zoenen. Meisjes met natte haren hebben mij altijd al wat gedaan, en diezelfde avond hebben we voor het eerst geprobeerd te vrijen. Ik had alles al weken van tevoren gepland, was een gezinspak condooms gaan kopen (24 stuks) en had washandjes, handdoeken en zelfs een plaat met klassieke muziek klaarliggen. Dat was de tijd dat Bo Derek zo populair was, en de Bolero van Ravel om voor de hand liggende redenen ook. Ik had al een beetje ervaring maar Anja was doodsbang. Ze had duidelijk nog nooit naakt met een andere man in bed gelegen, en elke streling deed haar rillen van schrik. Het was waarschijnlijk veel beter geweest indien ik alles wat rustiger had gedaan, maar ik had er zo’n zin in dat ik veel te weinig rekening hield met haar gevoelens. Het is nu al meer dan 8 jaar geleden, maar ik denk nog vaak terug aan die eerste keer. Ik denk soms dat een man heel wat primitiever is dan een vrouw, dat wij dichter bij de dieren staan dan de doorsnee vrouw.

De eerste keer was een ramp. Een ander woord heb ik er niet voor, het was gewoon een echte ramp. Ze lag daar als een voddepop te beven, durfde me niet aan te raken en alles wat ik deed maakte haar nog onzekerder. In plaats van het onvermijdelijke te accepteren en haar met rust te laten, probeerde ik steeds opnieuw iets te forceren. Uiteindelijk hebben we gewoon wat in elkaars armen gelegen terwijl op de achtergrond de Bolero naar een hoogtepunt groeide. Ons eerste hoogtepunt zou pas veel later komen, net voor de eindejaarsexamens.

Het laatste trimester voor de examens stelde ik Anja aan Maarten voor. Ik had haar al veel over mijn stiefbroer verteld en ze was erg onder de indruk. Hij toonde haar zijn maquetten en probeerde haar zelfs over te halen om na de examens ook binnenhuisarchitectuur te studeren. We begonnen vaker met z’n drieën weg te gaan en ik voelde me soms zo uitgesloten. Eerst hoor ik een heel jaar niets van Maarten, en nu wilde hij plotseling altijd mee naar de film of naar een concert. En het ergste was dat Anja hem altijd uitnodigde. Als ik eens voorstelde om wat te gaan drinken, wilde ze Maarten dadelijk opbellen. De klap op de vuurpijl kwam dan na de examens.

Anja en ik waren allebei geslaagd, Maarten had een tweede zit. Anja en ik gingen naar Ibiza, en Maarten zou thuis blijven om met zijn maquettetjes te spelen. Maar Anja moest weer eens het sociale kind uithangen en ze had er niets beter op gevonden om Maarten toch over te halen mee te gaan. Die had natuurlijk niet veel moeite om zijn blokperiode met een week uit te stellen, en enkele dagen lagen we gezellig met z’n drieën op het strand. Het begin van een lange, warme zomer.

Ik werd op dat ogenblik echt verteerd door jaloezie, en alles wat er gebeurde werd door mij verkeerd geïnterpreteerd. Als ze hand in hand op het strand liepen, dacht ik dadelijk dat ze mij bedroog met Maarten - terwijl ik nu wel twee vriendinnen heb waarmee ik gearmd door de straten loop zonder dat ik ook maar 1 gram verliefdheid voor hen voel - en als ze samen zaten te praten wilde ik altijd weten waarover ze het hadden. Waren ze een afspraakje aan het maken of lachten ze me gewoon in mijn gezicht uit ? Als ik er met Anja over wilde praten zei ze steeds dat ik me teveel dingen inbeeldde en dat ze Maarten gewoon een toffe jongen vond.

Op de derde dag van de vakantie, enkele dagen voor mijn verjaardag, gingen ze inkopen doen. Ik stelde voor om mee te gaan, maar ze zochten alle mogelijke excuses om me toch maar op het appartement te houden. Ik deed alsof m’n neus bloedde en volgde hen stiekem naar de supermarkt. Maar zoals ik al vermoedde gingen mijn beste vrienden niet naar de winkel. Ze sloegen een klein straatje in en gingen bij een fotograaf binnen. Door de etalage zag ik hen poseren voor een foto, net een verliefd koppel. Ik ben toen zo snel ik kon weggelopen en ben de rest van de dag in de duinen gaan zitten.
Toen ik ‘s avonds thuis kwam vroegen ze niet waar ik geweest was, en ik zag ze naar elkaar gluren en geheime signalen uitwisselen. Toen we de volgende dag weer op het strand lagen, begonnen ze weer in elkaars oren te fluisteren en ik merkte duidelijk dat ze over mij aan het praten waren. Ik werd plotseling zo woedend dat ik mijn stiefbroer bij de haren optrok en hem vroeg mijn lief met rust te laten.

‘Nu heb ik er genoeg van Maarten, blijf met je poten van mijn lief’.
‘Zeg wat krijg jij ? We doen niets verkeerd. We praten gewoon over de studies die Anja volgend jaar wil doen’.
‘Denken jullie echt dat ik blind ben ? Ik heb ook ogen in mijn kop hoor. Jullie zitten achter mijn rug te flikflooien en ik moet dat zomaar laten gebeuren. Je lijkt net je moeder’.
‘Zwijg over mijn moeder, debiel, als je eens wist wat je vader allemaal....’
Ik gaf hem een klap zoals ik er nog nooit een gegeven had, en we keken alledrie verdwaasd naar het bloed dat uit zijn neus en lip kwam.
‘Jij smeerlap, ik vermoord je’.
We begonnen zo erg te vechten dat Anja begon te wenen en de dijk opliep. Daar reed net een bestelwagen tegen 70 km op haar en het geluid van de piepende banden en de klap zal ik nooit vergeten. Het begon met een hoog getsjilp, zoals een vlucht merels, dan was er een ogenblik stilte en dan die enorme klap, alsof een koffer van de vijfde verdieping naar beneden valt. Soms, als ik weer eens badend in het zweet wakker wordt, hoor ik die klap nog altijd.

Maarten en ik renden allebei naar de dijk, en even leek het alsof er niets gebeurd was. Een witte bestelwagen stond stil in het midden van de dijk, enkele mensen stonden in een kringetje en de hemel was blauw. Toen we Anja in het middelpunt van de kring zagen liggen, wisten we dat het al te laat was. Als er een dokter was geweest had ze het misschien nog gehaald, maar toen de ambulance pas een kwartier later ter plaatse was, kwam alle hulp te laat. Vijftien minuten wachten op een ambulance, mevrouw de Rooij, ik hoop uit het diepste van m’n hart dat u dat nooit moet doen. Ik kan u verzekeren dat zoiets het meest zenuwslopende is ter wereld.

Ik weet niet goed wat er de volgende dagen allemaal gebeurde, ik liep er verdoofd als zombie bij. Het lichaam werd gerepatriëerd, ik kwam thuis en hoorde van mijn vader dat Maarten weggelopen was. Hij had een pakje voor me achtergelaten op m’n kamer en ik scheurde het donkerrode inpakpapier open. Geen brief, geen verwensingen, alleen maar een fotoalbum. In het album stak 1 foto, de foto die ze bij de fotograaf hadden laten maken op de dag vóór het ongeluk. Een foto van Maarten en Anja. Maarten met zijn arm rond haar schouders, Anja met de mooiste glimlach die ik ooit gezien had. Onder de foto stonden twee zinnen : ‘hartelijk gefeliciteerd met je 18de verjaardag. Je bent de beste broer van de hele wereld’.
en ‘Ik hou van jou. Ik wil met je trouwen’.

Ik heb Maarten nooit meer teruggezien, nooit meer iets van hem gehoord. En ik heb me als een gek op mijn studies gegooid. Ik was ervan overtuigd dat ik Anja had kunnen redden als ik dokter was geweest, en daarom ben ik geneeskunde gaan studeren. Uit straf, uit zelfmedelijden of uit roeping ? Ik zal het zelf nooit weten. Maar ik wacht geduldig tot de dag komt dat ik een andere Anja tegen kom zodat ik haar leven kan redden. Pas dan zal ik ‘s nachts kunnen slapen.

vrijdag 5 juni 2009

Long-Distance Relationships (LDR)

A couple of days ago some friends of mine were discussing the pros and cons of Long Distance Relationships. The concensus was that such relationships are doomed. Some of them give it 3 years, others are more optimistic and talk about 5.
I believe that if you really love someone, you can keep such a relationship alive for as long as you really want it. I mean, 500 km is not the end of the world, is it ?

And you ? Have you ever had a Long Distance Relationship ? And what were your remarks/experiences ?

donderdag 4 juni 2009

Recept voor Cuba Libre

Een tijdje geleden ging ik met een aantal Tender Feeling leden twee maal rum drinken in Antwerpen. Het was erg gezellig, en we konden onze eigen Cuba Libre mixen.

En u ? wat is uw vergif ?
Houdt u van een lekker wijntje, een Bacardi Breezer of een Abdijbiertje ?
Of toch liever een Cola Light ?

Cuba Libre
Benodigdheden per consumatie
  • 2-3 ijsblokjes

  • 1,5 cl. gezeefd citroen- of limoensap

  • 5 cl. rum

  • cola


Bereidingswijze

  1. Ijsblokjes in een longdrinkglas doen.

  2. Citroensap en rum erover schenken en naar smaak met cola opvullen.

  3. Omroeren en met een rietje serveren.

woensdag 3 juni 2009

Juist of Fout? Walvissen

U hebt het allemaal al eens gezien op tv of in een boek : een walvis die een torenhoge fontein water de lucht in spuit.

Maar is dat echt zo of is het fout ?

Het is puur technisch niet juist.
De fontein 'water' is eigenlijk te vergelijken met de 'wolk' die wij uitademen als het koud is. De walvis neemt als hij duikt lucht mee naar beneden, en als hij weer bovenkomt ademt hij uit. De buitenlucht is veel kouder dan de walvisadem, en er ontstaat een fontein van gecondenseerde waterdamp. Bij de grote walvissoorten kan die tot acht meter hoog worden. Aan de vorm kan men de soort herkennen.

Bron : Kleine encyclopedie van misvattingen - ISBN 90 6009 916 8

dinsdag 2 juni 2009

Amen (Amanda en Mark in November)

Het regende en terwijl heel Vlaanderen nog lekker knus in het warme bed lag, strompelde Mark de trap af. Hij had er zijn buik van vol, trok de voordeur met een klap dicht, vond dat het nog niet de gewenste SMAK gaf en schopte met voldoening extra hard tegen de houten brievenbus langs het tuinpad. Het groene ding vloog metershoog de lucht in, onthoofdde de knalblauwe tuinkabouter en kwam tot stilstand in het bloemperkje waar Amanda zo trots op was. In één klap had hij drie dingen vernield die hij grondig haatte : de bouwvallige brievenbus waar toch nooit post voor hem lag (behalve kloterekeningen en klotereclame en klotedrukwerk), de lelijke tuinkabouter die hem steeds deed denken aan een kruising tussen Walter Capiau en de Grote Smurf, en ten derde de rode rozen waar hij zo’n afkeer van had. Terwijl hij door de motregen de troosteloze straten van Brussel inliep, besefte hij plots dat hij door zijn gewelddadige reactie eigenlijk vier dingen naar de maan had geholpen. Zijn relatie met Amanda kon hij nu ook wel vergeten, zeker na vannacht. Hij was er niet rouwig om, en waarschijnlijk zou zij het hem zoals altijd wel vergeven, maar ditmaal zou hij niet teruggaan. Hij veegde met een witte zakdoek het bloed van zijn handen en keek nog één keer terug. Genoeg was genoeg.

De eerste tranen begonnen over Amanda’s wangen te rollen, als ochtenddauw over de nerven van een herfstblad. Ze zag Mark in een taxi stappen, sloot de luiken van het raam en belde het kantoor op om zich ziek te melden.
‘Wat een smeerlap’, dacht ze, ‘met een wildvreemde vrouw dan nog’. Deze laatste opmerking deed haar even glimlachen, alsof ze opgelucht zou zijn als het haar beste vriendin was geweest ! Ze had de vorige avond in Marks jas een rekening gevonden van zo’n stoffig, vies hotel waar je kamers kan huren voor twee uren. Studio Paradiso heette dit oord des verderfs en ze had nog gedacht of gehoopt dat Mark wel met een ongeloofwaardige smoes op de proppen zou komen of gewoonweg alles ontkennen. Maar nee hoor, die hoerenloper had alles vanochtend doodleuk toegegeven en verteld dat die Natasja heel wat gewilliger was in bed. Amanda had toen het eerste en in dit geval ook beste voorwerp vastgegraaid en naar zijn hoofd gegooid. SMAK. De marmeren asbak trof doel en het bloed begon langzaam over zijn linkerwenkbrauw te druppelen. Strompelend bereikte hij de deur en liet haar alleen achter, alleen met haar gevoelens van schuld, eenzaamheid en droefheid. Ze kon maar niet begrijpen wat ze fout had gedaan en hoe het in godsnaam zo ver was gekomen. Ze liet zich op haar bed vallen en dacht aan vroeger, toen alles zoveel eenvoudiger was, toen alle beslissingen door haar moeder werden genomen nadat de politie papa was komen halen. Ze dacht weer aan papa en begon te huiveren.

Mark rolde een sigaret in de taxi en stapte uit aan de Beurs. ‘Brussel is niet meer zoals vroeger’, dacht hij weemoedig, en dit herfstweer deed zijn humeur ook niet veel goed. Tegenwoordig was het altijd te vroeg of te laat om ergens wat te drinken in deze pokkestad vol eurocraten die de straten van 9 tot 5 bevuilen met hun schurftige ideeën in hun etterende aktentassen. In de sjiekere cafés kon je misschien wel wat te drinken krijgen, maar hij vertikte het om in zo’n bekakte taverne binnen te stappen om met enkele Japanse toeristen aan een tafeltje te zitten. Hij wandelde de Grote Markt op en begon zijn sigaret te roken op de trappen van het Stadhuis. De buurtkroeg waar hij zich vroeger altijd ging bezatten, opende pas om 9 uur, en hij zocht een droog plekje onder de St-Michielstoren, symbool van het eeuwige gevecht tussen Goed en Kwaad, Juist en Fout, Verleden en Toekomst, Vergeten en Vergeven.

Terwijl hij de laatste restjes geronnen bloed met zijn zakdoek probeerde te verwijderen, maakte hij de balans op van zijn leven : een complete puinhoop, ruïnes van mislukte kansen en verbrande bruggen, een pad geplaveid met verkeerde beslissingen en onzekerheden.
Het leek wel alsof hij verdoemd was, alsof er ergens iemand was die hem bespiedde, en die alles wat hij aanraakte dadelijk vernietigde, zoals een jaloers jongetje dat het nieuwe, dure speelgoed van diens beste vriendje saboteert omdat hij van z’n ouders alleen maar een zak knikkers had gekregen. Ouders. Waarom dacht hij toch altijd aan zijn ouders als hij in de put zat ? Omdat ze hem altijd hadden voorgehouden dat hij een mislukkeling was ? Of eerder omdat hij zich schaamde voor zijn afkomst ? Allemaal vragen waarop hij elke keer weer nieuwe antwoorden vond, nieuwe beschuldigingen en verwijten. Hij voelde steeds vaker dat zijn leven één grote cirkel was die begon met die allereerste kreet, die doodsschreeuw toen hij uit zijn warme, veilige plek werd gerukt zonder dat zijn mening werd gevraagd, tot aan de dood, die doodsschreeuw als zijn lichaam uiteengereten zal worden door een op hol geslagen stier, een roofoverval of een gasexplosie. Hij was er zelfs van overtuigd dat, als hij in zijn slaap zou sterven, Magere Hein met een extra botte zeis door zijn vlees zou kerven. Hoe hij ook zou sterven, het zou geen prettige ervaring worden, zoveel was zeker.
Soms, wanneer hij zich goed voelde, dacht hij dat het noodlot eindelijk was overwonnen, dat hij de cirkel had doorbroken en het heft in eigen handen had. Dan kwam echter de realiteit die als een dief in de nacht opdook en met een of andere rotstreek zijn rust verstoorde. Soms was het een ongeluk geweest, of een sterfgeval, maar deze keer was het Natasja, een hoogst merkwaardige vrouw.

Natasja ontmoette Mark voor het eerst op een feestje bij Amanda, en het klikte dadelijk tussen hen. Zij was een donkere schoonheid met een zwoele stem, steeds gekleed in het zwart met een halsketting die over haar weelderige boezem hing. Mark dacht dat ze misschien joods was, want de halsketting leek een beetje op een Davidster. Hij zou voor haar de Tien Geboden overtreden hebben, wat hij dan ook prompt probeerde door diezelfde avond met haar in bed te duiken. Vrijen met Natasja was heel vreemd want sex werd een echte verslaving voor hem. Vroeger had hij nooit een sterk libido gehad maar vanaf die avond voelde hij zich herboren. Natasja gaf hem opnieuw zin in het leven, zin in sex, zin in avontuur. Hij verwaarloosde Amanda helemaal en kwam steeds later thuis. Natasja en Mark begonnen elkaar steeds vaker te ontmoeten, en steeds was het Natasja die het initiatief nam. Zo belde ze soms tijdens een belangrijke vergadering en beval ze Mark dadelijk naar een bepaalde plek te rijden. Hij verzon dan de meest stomme excuses om zo snel mogelijk de vergadering te kunnen verlaten. Hij was verslaafd. Hoe meer hij haar zag, hoe minder hij over haar wist. Hij kende haar familienaam niet, ze spraken steeds af in hotels of bij Mark thuis en hij wist zelfs niet eens of ze een auto had. En nu, op dit eenzame ogenblik, had hij haar broodnodig, maar waar kon hij haar vinden ?

Toen om 9 uur het café eindelijk z’n deuren opende, bestelde hij een Pernod en liep dadelijk naar de telefoon. Hij smeet een stuk van twintig in de gleuf en draaide het nummer van Thomas, een oude vriend die ook op dat beruchte feestje was uitgenodigd.
‘Hoi Thomas, hoe gaat het ? En met de kinderen ? Zeg, waarom ik je bel, herinner je je Natasja nog ? Die meid die op Amanda’s feestje was een paar maanden geleden. God, Thomas joh, zo’n zwart stuk, één meter zeventig, 24, een moordgriet. Wat bedoel je, je kent haar niet ? Ik heb er godverdomme twee uur mee liggen kletsen. Nee, ik heb nog niet gedronken ! Je wordt bedankt hoor, laat maar zitten’. SMAK

God wat was hij nerveus, zijn handen trilden en hij voelde zijn leven als een kaartenhuisje in elkaar storten. Weer een brug verbrand. Weer een dominosteen omvergeworpen. Hij probeerde nog iemand te bereiken die hem samen met Natasja had gezien, maar ook hier ving hij bot. Even dacht hij dat hij alles gedroomd had, maar dat kon toch niet. Alles bestaat wat een ander raakt. Trouwens, die bult boven zijn linkerwenkbrauw was heel reëel. ‘Kan je dat geloven’, dacht hij, ‘ik lig te rotzooien met de mooiste vrouw van het Westelijk Halfrond en niemand merkt wat, zelfs de vrienden van Amanda niet’. Amanda, natuurlijk ! Die had Natasja waarschijnlijk uitgenodigd op dat feestje ! De doffe herinneringen aan gisteren spookten opnieuw door zijn hoofd en hij had moeite om helder te denken. Steeds zag hij het gezicht van Natasja, die donkere ogen die hem steeds aankeken en hem hypnotiseerden zoals de Hoer van Babylon, die duivelse schoonheid die plezier schiep in het verleiden van godvruchtige mensen 5000 jaar geleden.

Hij had geen zin om nog een asbak te incasseren, dus draaide hij met bevende handen het nummer van Amanda. ‘Shit verkeerde nummer, rustig maar Mark, vriendelijk blijven en het adres krijgen van dat pokkewijf’. Wie was eigenlijk een pokkewijf ? Amanda of Natasja ? Op dat ogenblik dacht Mark aan allebei.
‘Ja, de telefoon gaat over, neem dan op trut, ik heb wel wat anders te doen’.
‘Hoi met Amanda. Dit is een je-weet-wel-wat en na de pieptoon kan je al je zorgen kwijt. Ik bel je straks terug’.
‘Niet te geloven’, dacht Mark, ‘alles zit met vandaag tegen’. SMAK
Er zat niets anders op dan terug naar huis te gaan en het adres van Natasja in Amanda’s agenda op te zoeken. Hij nam voor de tweede keer een taxi, nu in de omgekeerde richting, en gaf de chauffeur een fikse fooi. SMAK

Het eerste wat hem opviel waren de luiken die nog dicht waren. Hij belde eerst even aan om zeker te zijn dat ze niet thuis was en opende de deur. Voorzichtig liep hij de trap op, zijn eigen druppels bloed volgend tot in haar slaapkamer.
Eerst dacht hij dat ze sliep, zo rustig lag ze daar. Toen zag hij het lege doosje slaapmiddelen, en het briefje tussen haar handen. Het was een gedicht, eentje dat hij nog nooit gelezen had. Misschien had ze het zelf geschreven, misschien ook niet. Het eindigde met de woorden
Altijd november, altijd regen
Altijd dit lege hart, altijd’.
Hij belde de hulpdiensten die met loeiende sirenes kwamen aangereden en even later weer doodstil vertrokken, Mark achterlatend met een leeg hart.

Het is nu eind november, de chrysanten van Allerzielen zijn al verwelkt en de meeste graven liggen er onverzorgd en verwaarloosd bij, eenzaam wachtend op het volgende jaar. In de buurt van de treurwilg ligt een open graf, een gapende muil, een tunnel naar de cirkel waar het einde het begin wordt. Een terugkeer naar de Oermoeder waar alles is begonnen, terug naar de Aarde. As tot as, stof tot stof.
Tussen de graven door komt een zwarte auto aangereden, de bestuurder draagt een muisgrijs pak met grijze handschoenen en dito kepie. Mark staat wat verder, op een afstand, en houdt zijn blik gericht op de lijkwagen. De regen loopt over zijn wangen en vermengt zich onopvallend met zijn tranen. Het begint harder te regenen en hij begint harder te wenen.
Zijn adem verlaat zijn mond als pure nevel en begint een eeuwig leven te leiden. Plotseling merkt hij nog iemand anders die op een afstand de begrafenis volgt. Die zwarte gestalte, die mantel.... Hij rent naar haar toe, grijpt haar bij de schouder en ..
‘Sorry, ik dacht dat u iemand anders was’, zegt hij tegen de man die hem met zijn zwarte ogen lachend aankijkt.
‘Geeft niet hoor, de dingen zijn nooit wat ze lijken’, lispelt de man en hij neemt Mark bij de arm. ‘Wist u dat er volkeren zijn die denken dat de mist of de nevel eigenlijk verdwaalde zielen zijn die nooit rust vinden omdat ze God hebben afgezworen ?’
Mark schudde zijn hoofd maar de man ging verder. ‘Het leven begint bij het einde, Mark, ‘en eindigt bij het begin. Zonder einde geen begin, zonder begin geen einde. Het leven is één grote palindroom, je weet toch wat een palindroom is ? Het betekent dat het leven eigenlijk afgelopen is op het ogenblik dat je geboren wordt, en begint als je sterft, begrijp je me ?’
‘Hoe kent u m’n naam ? En wie bent u ?’
‘Ook ik ben het begin en het einde, Mark, alles is een cirkel. Nevel is de cirkel van leven, Dood is gewoon dooD, een Moord is een drooM, God is eigenlijk een hond, en jouw Natasja..... ben ik’.


AMEN

Frank Van Den Block
November 1996

maandag 1 juni 2009

Haiku of gedicht over de familie

Familieportret
vergeelde foto
familie aan moeders kant
ik herken mezelf