‘Dokter, mag ik u een persoonlijke vraag stellen ?’
Ik keek mijn patiënte argwanend aan en slaakte een onhoorbare zucht. Soms lijkt het wel of ik alleen maar nieuwsgierige patiënten heb. ‘Ja natuurlijk mevrouw De Rooij, wat wil u weten ?’
‘Hoe oud bent u eigenlijk ?’
‘Ik word volgende maand 30. Waarom vraagt u dat ?’
‘Nou, ik vroeg me af waarom een jonge man als u het beroep van dokter kiest. Ik bedoel, het is toch een enorme verantwoordelijkheid om mensen te genezen en zo’.
Ik glimlachte en haalde een vergeelde foto uit mijn la. ‘Die jongen daar, dat is mijn stiefbroer, en dat meisje heet Anja, de reden waarom ik dokter werd’.
Ik was 17 en nogal een losbol. Ik zat meer op het café dan op de schoolbanken en thuis was er altijd ruzie. Mijn vader en mijn stiefmoeder, Mia, konden na twee jaar huwelijk elkaars kop niet meer zien en er vloog geregeld een stuk servies door de woonkamer. Ik herinner me nog dat we thuis nooit familiefeestjes hadden bij gebrek aan voldoende borden en kopjes, zo erg ging het er soms aan toe. Ik wil niet natrappen of zo, maar perfecte ouders kon je ze bezwaarlijk noemen. Ik verdacht mijn vader ervan ergens een vriendinnetje te hebben, en mijn stiefmoeder kocht bijna elke dag een nieuw paar schoenen of een peperdure bontjas. Ik noemde haar dan ook liefkozend Imelda Marcos, maar dat leidde alleen maar tot nog zwaardere discussies. Eigenlijk kon ik alleen met Maarten opschieten, de zoon van Mia, mijn stiefbroer. Hij was een jaartje ouder, studeerde Binnenhuisarchitectuur in Mechelen en was zelden thuis. Ik kende mijn broer al vijf jaar, en tot mijn 18de verjaardag waren wij onafscheidelijke vrienden.
Toen mijn vader met Mia hertrouwde leek mijn wereld in te storten. Hij had niet alleen mijn moeder bedrogen en vernederd, maar haar ook nog eens vervangen door een platinablonde trut die het niet kon nalaten mij constant de les te spellen. Gelukkig nam Maarten het vaak voor mij op en gaf hij me het gevoel dat ik eindelijk een oudere broer had, iemand om naar op te kijken. Eigenlijk verschillen onze karakters enorm, maar dat belette ons niet om samen kattekwaad en erger uit te halen met onze ouders en met de leraars op school. Ik had m’n moeder verloren, maar een broer gewonnen. Voor Maarten was het trouwens ook een aanpassing, want hij had tot zijn 14de in een boerengat gewoond ergens in Limburg aan de Duitse grens. Vooral zijn zangerig accent zorgde voor pesterijen op onze school in de Parel van Brabant, maar ik nam het steeds voor hem op. Na een paar jaar dachten de meesten zelfs dat we natuurlijke broers waren.
De echtscheidingspapieren waren nauwelijks getekend of Maarten kwam samen met Mia bij ons logeren. Maarten sliep steeds bij mij op de kamer, en tante Mia bij vader. Wij wisten allebei verdomd goed wat die twee in hun slaapkamer deden, want het gekreun en gepiep drong door tot in onze kamer.
Toen Maarten ging studeren in Mechelen voelde ik me even verraden. Hij had een kamer gevonden in de buurt van het station, kwam nog maar zelden thuis en maakte heel veel vrienden. Als enig kind had ik nooit een echte reden gehad om jaloers te zijn, maar het gevoel dat ik toen kreeg maakte me misselijk. Elke keer als ik Maarten hoorde praten over zijn vrienden werd ik razend, en het groene monster van afgunst en jaloezie greep me keer op keer naar de keel. Ik heb altijd moeite gehad om vrienden te maken, en als reactie op Maartens afwezigheid begon ik te spijbelen en in Vilvoordse cafés rond te hangen. De mensen die ik daar leerde kennen, werden al snel mijn vrienden, lotgenoten op zoek naar de beste manier om een saaie schooldag door te komen. Ik kwam al snel in de problemen en ik zou nu waarschijnlijk ergens in een gevangenis of afkickcentrum zitten als ik Anja niet had ontmoet.
Ik zag haar voor tijdens een van de weinige lessen op het Atheneum waar ik echt in geïnteresseerd was: Geschiedenis. Je kon haar niet echt mooi noemen, althans niet in de klassieke betekenis van het woord, maar ze was zo ontwapenend naïef. Ik heb altijd een zwak gehad voor naïeve mensen, ik weet niet goed waarom. Misschien omdat ik ze zo gemakkelijk kan beetnemen, of omdat ze nooit verkeerde dingen zoeken achter doodgewone gebeurtenissen. Vaak had ik de indruk dat ik niet begrepen werd. Als ik bijvoorbeeld iemand een kaartje stuurde voor zijn of haar verjaardag, dan wisten die niet goed waarom ik dat deed. Terwijl ik gewoon vriendelijk wilde zijn en die persoon in kwestie alleen maar wilde feliciteren met een verjaardagskaart ! Maar Anja was zo niet, als ik haar wat vroeg of als ik op bezoek kwam, vond ze dat gewoon heel prettig en een beetje vanzelfsprekend. Het duurde niet lang of we begonnen elkaar op een min of meer regelmatige basis te zien. Ik ging wat vaker naar de les en zij kwam nu en dan bij ons thuis.
Ik herinner me nog die keer dat ze helemaal uit Vilvoorde door de stromende regen was gereden, en hoe ik haar toen als een bezetene ben beginnen zoenen. Meisjes met natte haren hebben mij altijd al wat gedaan, en diezelfde avond hebben we voor het eerst geprobeerd te vrijen. Ik had alles al weken van tevoren gepland, was een gezinspak condooms gaan kopen (24 stuks) en had washandjes, handdoeken en zelfs een plaat met klassieke muziek klaarliggen. Dat was de tijd dat Bo Derek zo populair was, en de Bolero van Ravel om voor de hand liggende redenen ook. Ik had al een beetje ervaring maar Anja was doodsbang. Ze had duidelijk nog nooit naakt met een andere man in bed gelegen, en elke streling deed haar rillen van schrik. Het was waarschijnlijk veel beter geweest indien ik alles wat rustiger had gedaan, maar ik had er zo’n zin in dat ik veel te weinig rekening hield met haar gevoelens. Het is nu al meer dan 8 jaar geleden, maar ik denk nog vaak terug aan die eerste keer. Ik denk soms dat een man heel wat primitiever is dan een vrouw, dat wij dichter bij de dieren staan dan de doorsnee vrouw.
De eerste keer was een ramp. Een ander woord heb ik er niet voor, het was gewoon een echte ramp. Ze lag daar als een voddepop te beven, durfde me niet aan te raken en alles wat ik deed maakte haar nog onzekerder. In plaats van het onvermijdelijke te accepteren en haar met rust te laten, probeerde ik steeds opnieuw iets te forceren. Uiteindelijk hebben we gewoon wat in elkaars armen gelegen terwijl op de achtergrond de Bolero naar een hoogtepunt groeide. Ons eerste hoogtepunt zou pas veel later komen, net voor de eindejaarsexamens.
Het laatste trimester voor de examens stelde ik Anja aan Maarten voor. Ik had haar al veel over mijn stiefbroer verteld en ze was erg onder de indruk. Hij toonde haar zijn maquetten en probeerde haar zelfs over te halen om na de examens ook binnenhuisarchitectuur te studeren. We begonnen vaker met z’n drieën weg te gaan en ik voelde me soms zo uitgesloten. Eerst hoor ik een heel jaar niets van Maarten, en nu wilde hij plotseling altijd mee naar de film of naar een concert. En het ergste was dat Anja hem altijd uitnodigde. Als ik eens voorstelde om wat te gaan drinken, wilde ze Maarten dadelijk opbellen. De klap op de vuurpijl kwam dan na de examens.
Anja en ik waren allebei geslaagd, Maarten had een tweede zit. Anja en ik gingen naar Ibiza, en Maarten zou thuis blijven om met zijn maquettetjes te spelen. Maar Anja moest weer eens het sociale kind uithangen en ze had er niets beter op gevonden om Maarten toch over te halen mee te gaan. Die had natuurlijk niet veel moeite om zijn blokperiode met een week uit te stellen, en enkele dagen lagen we gezellig met z’n drieën op het strand. Het begin van een lange, warme zomer.
Ik werd op dat ogenblik echt verteerd door jaloezie, en alles wat er gebeurde werd door mij verkeerd geïnterpreteerd. Als ze hand in hand op het strand liepen, dacht ik dadelijk dat ze mij bedroog met Maarten - terwijl ik nu wel twee vriendinnen heb waarmee ik gearmd door de straten loop zonder dat ik ook maar 1 gram verliefdheid voor hen voel - en als ze samen zaten te praten wilde ik altijd weten waarover ze het hadden. Waren ze een afspraakje aan het maken of lachten ze me gewoon in mijn gezicht uit ? Als ik er met Anja over wilde praten zei ze steeds dat ik me teveel dingen inbeeldde en dat ze Maarten gewoon een toffe jongen vond.
Op de derde dag van de vakantie, enkele dagen voor mijn verjaardag, gingen ze inkopen doen. Ik stelde voor om mee te gaan, maar ze zochten alle mogelijke excuses om me toch maar op het appartement te houden. Ik deed alsof m’n neus bloedde en volgde hen stiekem naar de supermarkt. Maar zoals ik al vermoedde gingen mijn beste vrienden niet naar de winkel. Ze sloegen een klein straatje in en gingen bij een fotograaf binnen. Door de etalage zag ik hen poseren voor een foto, net een verliefd koppel. Ik ben toen zo snel ik kon weggelopen en ben de rest van de dag in de duinen gaan zitten.
Toen ik ‘s avonds thuis kwam vroegen ze niet waar ik geweest was, en ik zag ze naar elkaar gluren en geheime signalen uitwisselen. Toen we de volgende dag weer op het strand lagen, begonnen ze weer in elkaars oren te fluisteren en ik merkte duidelijk dat ze over mij aan het praten waren. Ik werd plotseling zo woedend dat ik mijn stiefbroer bij de haren optrok en hem vroeg mijn lief met rust te laten.
‘Nu heb ik er genoeg van Maarten, blijf met je poten van mijn lief’.
‘Zeg wat krijg jij ? We doen niets verkeerd. We praten gewoon over de studies die Anja volgend jaar wil doen’.
‘Denken jullie echt dat ik blind ben ? Ik heb ook ogen in mijn kop hoor. Jullie zitten achter mijn rug te flikflooien en ik moet dat zomaar laten gebeuren. Je lijkt net je moeder’.
‘Zwijg over mijn moeder, debiel, als je eens wist wat je vader allemaal....’
Ik gaf hem een klap zoals ik er nog nooit een gegeven had, en we keken alledrie verdwaasd naar het bloed dat uit zijn neus en lip kwam.
‘Jij smeerlap, ik vermoord je’.
We begonnen zo erg te vechten dat Anja begon te wenen en de dijk opliep. Daar reed net een bestelwagen tegen 70 km op haar en het geluid van de piepende banden en de klap zal ik nooit vergeten. Het begon met een hoog getsjilp, zoals een vlucht merels, dan was er een ogenblik stilte en dan die enorme klap, alsof een koffer van de vijfde verdieping naar beneden valt. Soms, als ik weer eens badend in het zweet wakker wordt, hoor ik die klap nog altijd.
Maarten en ik renden allebei naar de dijk, en even leek het alsof er niets gebeurd was. Een witte bestelwagen stond stil in het midden van de dijk, enkele mensen stonden in een kringetje en de hemel was blauw. Toen we Anja in het middelpunt van de kring zagen liggen, wisten we dat het al te laat was. Als er een dokter was geweest had ze het misschien nog gehaald, maar toen de ambulance pas een kwartier later ter plaatse was, kwam alle hulp te laat. Vijftien minuten wachten op een ambulance, mevrouw de Rooij, ik hoop uit het diepste van m’n hart dat u dat nooit moet doen. Ik kan u verzekeren dat zoiets het meest zenuwslopende is ter wereld.
Ik weet niet goed wat er de volgende dagen allemaal gebeurde, ik liep er verdoofd als zombie bij. Het lichaam werd gerepatriëerd, ik kwam thuis en hoorde van mijn vader dat Maarten weggelopen was. Hij had een pakje voor me achtergelaten op m’n kamer en ik scheurde het donkerrode inpakpapier open. Geen brief, geen verwensingen, alleen maar een fotoalbum. In het album stak 1 foto, de foto die ze bij de fotograaf hadden laten maken op de dag vóór het ongeluk. Een foto van Maarten en Anja. Maarten met zijn arm rond haar schouders, Anja met de mooiste glimlach die ik ooit gezien had. Onder de foto stonden twee zinnen : ‘hartelijk gefeliciteerd met je 18de verjaardag. Je bent de beste broer van de hele wereld’.
en ‘Ik hou van jou. Ik wil met je trouwen’.
Ik heb Maarten nooit meer teruggezien, nooit meer iets van hem gehoord. En ik heb me als een gek op mijn studies gegooid. Ik was ervan overtuigd dat ik Anja had kunnen redden als ik dokter was geweest, en daarom ben ik geneeskunde gaan studeren. Uit straf, uit zelfmedelijden of uit roeping ? Ik zal het zelf nooit weten. Maar ik wacht geduldig tot de dag komt dat ik een andere Anja tegen kom zodat ik haar leven kan redden. Pas dan zal ik ‘s nachts kunnen slapen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten