Het begin van de 21ste eeuw lijkt wel het decennium van de comebacks geweest te zijn. "Oude" rockbands die al lang vergeten waren, keerden plots terug. The Scabs, AC/DC, K's Choice, nu zelfs The Scene. Ook op sportief vlak komen de "oudjes" weer even meespelen: Henin, Clijsters, zelfs Martina Hingis denkt aan een re-hercomeback opnieuw nog een keer andermaal.
Wat is die fascinatie toch om alles nog een keertje te doen? Is het in het geval van muziekgroepen puur om het geld te doen? Een graantje meepikken van de grote reüniekoorts? Of willen ze echt een nieuw en jong publiek aanspreken? Echt lukken doet dat vooralsnog niet, want op concerten van The Scabs zie ik weinig tieners rondlopen. Ook bij AC/DC waren er naar het schijnt vooral veertigers met een hangbuikje (die toch nog in hun "Highway to Hell" T-shirts leken te passen).
Voor sporters ligt het misschien anders. Die kunnen natuurlijk niet tot hun 90ste aan de top blijven (in tegenstelling tot oude knarren zoals het bejaardentehuis van The Buena Vista Social Club of The Rolling Stones). Waarmee ik geen kritiek wil geven op bejaardentehuizen, laat dat duidelijk zijn!
Sporters hebben nu eenmaal een beperkte houdbaarheidsdatum. Kijk bijvoorbeeld naar Fredje Deburghgraeve die ooit Goud won in Atlanta en nu op 36-jarige leeftijd reclame moet maken voor één of andere anti-cholesteroldrankje.
Eigenlijk is het wel lovenswaardig, om terug naar de top te proberen te gaan (of kruipen). Vooral als ze het beter doen dan de nieuwe lichting. Dan pas besef je hoe goed die oude garde wel was.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten